woensdag 13 juli 2011

Lesje over kleuren 2

In navolging van Lesje over kleuren 1 een les over het effect dat kleuren op elkaar hebben.
Doel van de deze les is dat leerlingen ontdekken wat het effect van primaire en secundaire kleuren op elkaar is.

Benodigdheden hiervoor:
  1. twee vellen wit of zwart papier op A3 formaat
  2. gekleurd papier in rood, geel, blauw, oranje, groen en paars
  3. lijm
Snijd vooraf uit gekleurd papier de vierkantjes voor de leerlingen. Per leerling heb je nodig: 5 vierkantjes van 5 bij 5 cm in alle zes kleuren en 5 vierkantjes van 3 bij 3 cm in alle zes kleuren.

Herhaal de termen primair en secundaire kleuren en benoem de kleuren. Vertel de leerlingen dat ze vandaag gaan bekijken hoe de kleuren op elkaar reageren. Hoe zou geel op blauw staan? Valt dat op? Hoe zit het met rood op paars? Welke kleuren zouden goed opvallen, welke juist niet?
Probeer met de groep te ontdekken hoe we dit systematisch kunnen onderzoeken. Uiteindelijk moet je tot het volgende concept komen:

A. primair op primair.
B. secundair op primair.
C. primair op secundair.
D. secundair op secundair.

primair op primair
A. Primair op primair.
Om alle combinaties van primair op primair te kunnen maken, heb je van elke primaire kleur 2 grote en 2 kleine vierkantjes nodig. Je kunt dit de leerlingen zelf uit laten zoeken, of de oplossing aangeven:
blauw op geel en rood op geel
geel op blauw en rood op blauw
geel op rood en blauw op rood
Plak de diverse combinaties op een vel wit papier. Schrijf eronder: primair op primair.

secundair op primair

B. Secundair op primair.
Om alle combinaties van secundair op primair te kunnen maken, heb je van alle primaire kleuren 3 grote vierkantjes nodig en van alle secundaire kleuren 3 kleine vierkantjes. Laat de leerlingen zelf onderzoeken hoe ze alle combinaties kunnen maken, of geef hen de volgende lijst:
- oranje op geel, paars op geel, groen op geel
- groen op blauw, oranje op blauw, paars op blauw
- paars op rood, groen op rood, oranje op rood
Plak de diverse combinaties op een vel wit papier, waarbij de grote vierkantjes van dezelfde kleur naast elkaar staan. Schrijf eronder: secundair op primair.

primair op secundair

C. Primair op secnudair.
Om alle combinaties van primair op secundair te kunnen maken, heb je van elke secundaire kleur 3 grote vierkantjes nodig en van elke primaire kleur 3 kleine vierkantjes. Je kunt dit de leerlingen zelf uit laten zoeken, of de oplossing aangeven:
geel op oranje, blauw op oranje, rood op oranje
geel op paars, blauw op paars, rood op paars
geel op groen, blauw op groen, rood op groen
Plak de diverse combinaties op een vel wit papier, waarbij de grote vierkantjes van dezelfde kleur naast elkaar staan. Schrijf eronder: primair op secundair.

secundair op secundair 
D. Secundair op secundair.
Om alle combinaties van secundair op secundair te kunnen maken, heb je van elke secundaire kleur 2 grote en 2 kleine vierkantjes nodig. Je kunt dit de leerlingen zelf uit laten zoeken, of de oplossing aangeven:
paars op groen, oranje op groen
oranje op paars, groen op paars
paars op oranje, groen op oranje
Plak de diverse combinaties op een vel wit papier. Schrijf eronder: secundair op secundair.

Laat de leerlingen na het maken van dit werkstuk bekijken welke kleuren het meest constrasteren, welke je bijna niet ziet enz.

1 opmerking: